- Gebruik bij voorkeur aan in PDF of eventueel JPG of PNG. TIF, PSD, PSB, AI of EPS is niet mogelijk.
- Is je bestand dat op schaal gemaakt, dan raden we Downsamplen bij het opslaan van de PDF af.
- Pas zip-compressie toe, zodat er geen kwaliteit verloren gaat.
- Voor bijna alle afwerkingen geldt 1 cm afloop per zijde. Voorbeeld: een sticker van 20 cm x 20 cm heeft een bestand van 22 cm x 22 cm nodig.
- Hou 1 cm als veilige marge aan binnen het afgewerkte formaat. Dus binnen de 20 cm x 20 cm in bovenstaand voorbeeld. Voor reclameposters, briefpapier, flyers, folders, brochures en visitekaartjes geldt een veilige marge van 5 mm.
- Lever bestanden aan snijtekens.
- Voer geen bewerkingen in Acrobat uit, zoals het croppen van snijtekens of het aanpassen van het formaat. Doe dit altijd in de opmaaksoftware (Illustrator, Photoshop) zelf. Bewerkingen in Acrobat worden door ons ongedaan gemaakt.
- Lever geen bestand aan waar meerdere contouren in verwerkt zijn, tenzij je een sticker met kisscut koopt.
- Lever geen versleutelde PDF-bestanden aan.
- Gebruik je een JPG-bestand met een ingesloten kleurprofiel tijdens het uploaden, dan wordt dit profiel door ons uitgesloten en wordt het standaard profiel (FOGRA39 of sRGB) aan het bestand toegewezen. Voor het beste resultaat raden lever je het bestand aan als PDF met een ingesloten kleurprofiel.
- Gebruik in je bestanden maximaal 30.000 pixels per zijde.
- Gebruik maximaal 2 GB aangegeven bij afbeeldingsgrootte in Photoshop.
- Afvlakking zorgt in bepaalde gevallen voor zwaardere en moeilijker te verwerken bestanden.
Lettertypen en lettercontouren
Zet tekst altijd om naar lettercontouren. Zo voorkom je fouten in je print en kunnen we de bestanden eventueel openen om te controleren en/of bewerken. Sluit lettertypen voor de zekerheid in je PDF bij.
Lagen in de PDF
Vlak bestanden af en verwijder onzichtbare/verborgen lagen. Ons systeem kan uit je bestand geen informatie halen over de printlagen.
Laagopbouw wordt door ons afgevlakt. Onzichtbare/verborgen lagen vanuit Illustrator kunnen worden geprint, voorkom dat risico door het bestand af te vlakken.
Overdruk en transparanties
In ons systeem wordt vulling/lijn overdruk herkend en gesimuleerd. Kleuren van overlappende objecten met overdruk worden bij elkaar opgeteld. Hierdoor ontstaat een nieuwe full color opbouw. Wit als proceskleur (CMYK 0-0-0-0) op overdruk, wordt niet zichtbaar. Deze functie is vooral voor de herkenning van steunkleuren, zoals witprint onder/boven de full color objecten.
Tips:
- Vink ’Overdrukken simuleren’ in het uitvoervoorbeeld in Adobe Acrobat (Pro) aan om het effect van overdruk en transparantie te controleren.
- Door de cursor in de opmaak te plaatsen, kun je controleren welke opbouw er precies gegenereerd wordt. De waarden van proces- en steunkleuren zijn zichtbaar in het venster ‘Scheidingen’. De waarden vormen de input voor de RIP.
- In Adobe Illustrator is het effect te controleren onder het menu ‘Weergave’ bij ‘Voorvertoning overdruk’.
- De bovenstaande manieren kloppen niet altijd, om er zeker van te zijn raden we aan ook altijd in Adobe Illustrator te checken of het desbetreffende object op overdruk staat of niet.
Let op: transparantie effecten in Adobe Illustrator kunnen hetzelfde resultaat geven als overdruk en/of worden niet altijd juist vertaald. We raden je daarom aan niet met transparantie effecten te werken. Doe je dit wel, vlak je bestand dan altijd af om ongewenste resultaten te voorkomen.